Maria’s reis van kribbe tot kruis en kroon
Maria was een mens zoals jij en ik
Maria was een mens zoals jij en ik
Stel je de volgende scène eens voor. Een huis ergens in het Midden-Oosten, eind jaren vijftig in de eerste eeuw na Christus. Het is bijna dertig jaar geleden dat Jezus werd gekruisigd, dat Hij opstond uit de dood en terugging naar de hemel.
Lucas, arts van beroep en metgezel van de gevangen Paulus, heeft dit huis opgezocht om een ooggetuige van Jezus te spreken. Vóór hem zit een wel heel bijzondere getuige. Een vrouw van bijna zeventig jaar. Ze luistert naar de Aramese naam Maryam. Lucas zou haar naam later in het Grieks vertalen: Maria.
Op het moment dat Lucas Maria interviewt, is ze hoogstwaarschijnlijk al meer dan veertig jaar weduwe. Lucas zal zelf ook geen jonge vent meer geweest zijn, maar hij zal de moeder van Jezus zeker met veel respect hebben behandeld. Zo ging je met oudere mensen om, zeker als de vrouw de aardse moeder is van de Zoon van God.
Hoe weten we dat Lucas Maria voor zijn boek heeft gesproken? Dat geeft hij zelf aan in Lucas 1:2. Daar zegt hij dat zijn verslag is gebaseerd op gesprekken met ooggetuigen. Maria heeft hem verteld over de engel die aan haar oom Zacharias was verschenen en hoe die later ook bij haar kwam. Ze heeft hem verteld wat ze hem antwoordde, dat ze daarna naar Elisabet ging, hoe Jezus werd geboren in Betlehem, en hoe de herders hen daar kwamen opzoeken.
Er is nog een aanwijzing. Verschillende malen in zijn verhaal vertelt Lucas wat Maria dacht. Dat is zeer ongebruikelijk in een Bijbelverhaal. Hij kan dit alleen weten als Maria het hem zelf heeft verteld.
Het is niet zo raar dat Lucas haar heeft opgezocht en als bron heeft gebruikt van zijn evangelie.
Maria is namelijk de enige mens ter wereld die zowel bij Jezus’ kribbe als bij Jezus’ kruis stond.
Ook Matteüs, Marcus en Johannes noemen haar in hun evangeliën. Johannes krijgt zelfs de opdracht om voor Jezus’ moeder te zorgen na diens kruisiging. Welk beeld krijgen we van Maria als we de verhalen over haar op een rij zetten?
Maria’s geloof
Lucas beschrijft hoe ze als jonge vrouw – ze was waarschijnlijk een jaar of vijftien – wordt aangesproken door de engel Gabriël. Drie maanden eerder had hij ook al Maria’s oom Zacharias gesproken. Zacharias was op dat moment aan het werk in de tempel. Hij was een belangrijke priester. Zijn vrouw en hij waren kinderloos gebleven. Als de engel hem vertelt dat ze op hoge leeftijd alsnog een zoon zullen krijgen, reageert hij sceptisch. ‘Hoe kan dat?’
Maria is het tegenovergestelde van de oom. Ze is van eenvoudige komaf en woont ver weg van Jeruzalem. Ze is jong en bovendien vrouw. Toch gelooft zij de engel die aankondigt dat zij Gods kind zal dragen, de redder van de wereld. ‘Hoe zal dat gebeuren?’
Maria slaat de woorden van de engel op in haar hart. Waar de oude priester Zacharias met twijfel reageert, daar reageert Maria bedachtzaam maar met geloof en gehoorzaamheid.
Ze moet hebben geweten dat de Messias in Betlehem geboren zou worden. Toen ze met Jozef naar dat dorpje ging van haar voorvader David moet ze zich hebben gerealiseerd dat ze daar het kind ter wereld zou brengen, om zo de profetie uit het Oude Testament uit te laten komen.
Een zwaard door haar ziel
Na de geboorte werd Jezus in een kribbe gelegd. Er kwamen herders langs om Hem eer te brengen en vreemde mannen met een hoge status brachten geschenken die normaal gesproken alleen weggelegd waren voor koningen.
Veertig dagen na de bevalling gingen Jozef en Maria naar de tempel in Jeruzalem om dankoffers te brengen. Daar ontmoetten ze de profeet Simeon. God had hem beloofd dat hij de Messias nog zou zien voor hij zou sterven.
De Heilige Geest vertelde hem dat dit kind ernstig zou lijden voor het de overwinning zou behalen. Daarom keek hij Maria vol mededogen aan toen hij zei dat er een zwaard door haar ziel zou gaan.
De twijfel van Maria
Maria had dus veel geloof, zo blijkt uit deze eerste verhalen. Maar later lijkt het erop dat ze toch Jezus niet altijd helemaal begreep. Zo wil ze in Markus 3 en Matteüs 12 Jezus ophalen terwijl die aan het preken is. ‘Wie zijn Mijn moeder en Mijn broers?’, vraagt Jezus. ‘De mensen die de wil van God doen.’
Dat lijkt te betekenen dat Maria op dat moment niet de wil van God deed. Het is niet raar of slecht dat Maria ook te maken had met twijfels over Jezus’ identiteit. Dit overkwam zelfs Johannes de Doper toen hij in de gevangenis zat. Hij liet zijn leerlingen zelfs navraag doen bij Jezus (Matteüs 11).
Is dit een gebrek aan geloof? Nee. Zowel Maria als Johannes bleven God trouw, zelfs als begrepen ze Zijn plan niet helemaal niet. Ze hadden gelovige twijfel.
Het kruis, de opstanding en de Heilige Geest
De woorden van de profeet Simeon – dat er een zwaard door Maria’s ziel zou gaan – kwamen uit toen ze zag hoe Jezus het kruis de berg Golgota op sleepte. Ze stond erbij en moet ijzingwekkend hebben gehuild terwijl de Romeinse soldaten hem vastspijkerden en het kruis oprichtte.
Welke woorden heeft ze nog met haar Zoon gewisseld? De Bijbel vermeldt het niet. Wel dat Jezus Zijn leerling Johannes opdroeg om voor haar te zorgen.
Dat Maria aan het kruis stond en van toen af bij Johannes in de buurt bleef, betekent dat Maria de intocht in Jeruzalem heeft meegemaakt. Ze was er toen al bij. Het lijkt er niet op dat ze bij het laatste avondmaal en bij de arrestatie was. Iemand moet haar hebben geïnformeerd over de arrestatie. Misschien wel één van de gevluchte discipelen.
Ze stond aan het kruis en is bij de leerlingen gebleven dat weekend. Ze was er dus bij toen het nieuws werd verspreid dat Jezus niet langer in het graf was.
Handelingen 1 vertelt dat na Jezus’ hemelvaart de discipelen in Jeruzalem bleven wachten. Ze baden veel. Wie waren daarbij? Maria, de moeder van Jezus en haar andere zonen. Ze was er dus ook bij toen de Heilige Geest in de eerste 120 mensen werd uitgestort op de eerste pinksterdag. Maria was één van deze 120.
Wat er daarna met haar is gebeurd, wordt niet verteld. Waarschijnlijk is ze met Johannes vertrokken naar Efeze en heeft ze daar de kerk gediend tot aan haar dood.
Kribbe, kruis en kroon
Weet je wat me zo raakt aan deze verhalen over Maria? Ze was een mens zoals jij en ik. Soms was ze vol geloof, soms moet ze hebben getwijfeld. Ze had elke emotie die jij en ik ook hebben. Soms jubelde ze het uit van vreugde, soms schreeuwde ze het uit van verdriet.
Ze leefde tweeduizend jaar geleden en was de moeder van Gods Zoon. Toch was ze een mens zoals jij en ik. Daarom kunnen wij ons met haar identificeren. Wat zij meemaakte, maken wij op een andere manier mee.
Maria’s leven wordt in de Bijbel beschreven van kribbe tot kruis. Ook ons leven loopt van kribbe tot kruis. Eerst moet Jezus komen in ons leven. We moeten Hem zien als baken van hoop. Dan leggen we onze twijfels en ons geloof, onze zonden en onze verlangens, ons verdriet en onze vreugde aan het kruis. We geven alles over aan Jezus en ontvangen zo het eeuwige leven van Hem.
Jezus kwam in een kribbe en stierf aan het kruis. Waarom? Zodat Hij nu een kroon kan dragen.
Cadeaus of kribbe?
Wil je van Advent een maand van bezinning maken? Overweeg dan mee te doen met de Advent Challenge: een boeiende wandeling door de Bijbel met de focus op de eerste én tweede komst van Jezus.
Beste schrijver van bovenstaande intenties. Mooi om zo mee te kunnen kijken in Maruas leven. Ook mooi kunstwerk. Bij mij komt wel de gedachte op of het feit dat hij wist wat Maria dacht gewoon ook kwam omdat johannes en marua beiden met Hezus waren al die 3 jaren. Dus ze hebben elkaar ook toen ongetwijfeld veel gesproken. Maar dat is niet erg belangrijk wanneer hij t van haar hoorde. Dat hij t hoorde en vertelde in zhet evangelie wel. Dank voor dit verhaal.