Zes lessen over vervolging
die Petrus leerde van Jezus
die Petrus leerde van Jezus
Op de ruige zeeën van het geloofsleven wist niemand beter dan Petrus hoe de golven van vervolging voelden. Van Jezus leerde hij niet alleen hoe te wandelen op water, maar ook hoe staande te blijven in de stormen van het leven. Jezus had hem en de anderen gewaarschuwd voor vervolging. Aan het eind van zijn leven moest hij de lessen die hij zelf van Jezus had geleerd doorgeven aan de toekomstige generaties. Welke lessen waren dat?
Petrus schrijft,
Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst – en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren. U hebt Hem lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. (1 Petrus 1:6-9)
Petrus was erbij toen Jezus de gelijkenis van de zaaier vertelde. Het zaad op de rotsachtige grond zijn mensen bij het geloof wel ingang vindt, totdat blijkt dat er beproevingen op hun pad komen. Vanaf dat moment laten ze het Woord van God weer los. De beproeving is dus een test of het geloof wel echt is. (Matteüs 13)
Petrus schrijft,
Het is een blijk van genade als iemand, doordat zijn aandacht op God gericht is, in staat is onverdiend leed te verdragen. Immers, wanneer u de slagen verdraagt die u krijgt als straf voor wangedrag, levert dat u toch geen aanzien op? Het is echter een blijk van Gods genade wanneer u verdraagt wat u moet lijden voor uw goede daden. Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem die geen enkele zonde beging en nooit bedrieglijke taal sprak. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. (1 Petrus 2:19-23)
Het idee dat lijden een teken is van Gods genade, had Petrus niet van een vreemde. Hij was erbij die dag dat Jezus de berg op ging om de mensen te vertellen dat in Gods koninkrijk alles andersom werkt. Niet de rijken waren gezegend, maar de arme en kwetsbare mensen.
Niet de machthebbers, maar de mensen die werden vervolgd omdat ze bij Jezus hoorden. Jezus zei:
Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. (Matteüs 5:10)
Dat deze woorden waar waren, ontdekte Petrus toen Jezus bruut werd vermoord, maar de dood overwon. Hij kreeg een verheerlijkt lichaam en steeg later op naar de hemel om aan de rechterhand van Zijn Vader plaats te nemen. Het koningschap was voor hem en Zijn koninkrijk is voor alle mensen die Jezus trouw volgen. Zelfs als ze moeten lijden.
Lijden voor Christus is een zegen, een teken van Gods genade.
Petrus schrijft,
Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen. (1 Petrus 3:9)
Dit vers staat in de context van hoe je moet omgaan met je naasten, vooral met andere christenen. Tegelijkertijd klinkt ook in deze uitspraak van Petrus een echo van Jezus door, die zei:
Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. (Matteüs 5:43-44)
Petrus schrijft,
Erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. (1 Petrus 3:15)
Zouden Petrus’ gedachten zijn teruggegaan naar de nacht waarop hij Jezus verraadde? Die nacht ontkende hij driemaal dat hij Jezus kende. Hij was niet bereid om zich te verantwoorden.
Na Jezus’ opstanding sprak de Heer niet met Petrus over dit verraad. Wel vroeg Hij driemaal aan Petrus of hij van Hem hield. Hij vergaf hem (Johannes 22).
Petrus schreef zijn brief echter ruim dertig jaar na deze gebeurtenissen. Natuurlijk kon hij nooit vergeten dat hij Jezus in de steek had gelaten, maar daarna waren er talloze confrontaties geweest met mensen die hem ondervroegen. Mensen die hem konden martelen en doden. Hij gebruikte iedere gelegenheid om te getuigen van de hoop die in ons leeft.
Petrus schrijft,
Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. (1 Petrus 4:12)
Ook hieruit blijkt dat Petrus veel ervaring had met vervolging. Hij had de vuurproef zelf meer keren ondergaan dan hij kon tellen. Uiteraard was Jezus altijd Zijn grote voorbeeld geweest.
Diezelfde nacht waarop Petrus zijn Meester verraadde, sprak Jezus veel over de vervolging van Zijn leerlingen. Zowel de leerlingen die bij Hem waren als de toekomstige generaties gelovigen. Hij hield een uitgebreide toespraak waarin Hij wijze raad gaf en Hij bad een lang gebed voor bescherming.
Uiteindelijk zei Hij:
Dit alles heb Ik tegen jullie gezegd om te voorkomen dat jullie je geloof verliezen. Jullie zullen uit de synagoge gezet worden, en er komt zelfs een tijd dat iedereen die jullie doodt, meent daarmee God te dienen. Maar ze doen dat omdat ze de Vader en Mij niet kennen. Ik zeg jullie dit nu, en wanneer die tijd komt zullen jullie denken aan wat Ik gezegd heb. Ik heb dit niet al eerder verteld omdat Ik nog bij jullie was. (Johannes 16:1-4)
Als Petrus één ding heeft onthouden van Zijn tijd met Jezus was het wel dit: wees niet verbaasd als je moet lijden. Sterker nog: wees vreugdevol! Het is een bewijs dat God met je is. Als je moet lijden omdat je christen bent, hoef je je niet te schamen. Het is een eer om vanwege Zijn naam te worden vervolgd.
Petrus schrijft,
Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof, in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, hetzelfde lijden moeten doorstaan. Maar al moet u nog korte tijd lijden, God, de bron van alle genade, die u geroepen heeft om in Christus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister, Hij zal u sterk en krachtig maken, zodat u staande zult blijven en niet zult wankelen. (1 Petrus 5:8-10)
Petrus wijst op de geestelijke strijd die gaande is én op de waakzaamheid die dat van ons vraagt. Ook dit is iets wat Petrus leerde de avond voor Jezus’ sterven. Jezus zei tegen Hem:
‘Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven.’ (Lucas 22:31)
De Bijbel laat zien dat er een strijd gaande is tussen goed en kwaad. Jezus bidt voor ons, zei Hij tegen Petrus. Petrus antwoordde dat hij bereid was om met Jezus te sterven.
Ze gingen naar de tuin van Getsemane en Petrus was één van de drie leerlingen die dichter bij Jezus mochten blijven. Jezus bad tot Zijn hemelse Vader. En wat gebeurde er met Petrus en de andere discipelen? Ze vielen van verdriet in slaap (Lucas 22:45).
Jezus’ opdracht om met Hem te waken, was genegeerd. Ze waren niet waakzaam. ‘Word wakker’, zei Jezus tegen hen. ‘En bid dat je niet in beproeving komt’.
Pas later begreep Petrus de geestelijke betekenis van de term ‘waakzaam blijven’. Het betekent dat je altijd oplet. Dat je standvastig bent in het geloof. Je bent je bewust van de geestelijke strijd en zorgt ervoor dat je nooit hoogmoedig bent. Nee, je zoekt God in alle nederigheid, precies zoals Jezus deed tijdens Zijn leven op aarde.
Wil je meer weten over wat Jezus ons leert over vervolging?
Dankjewel Jan voor deze mooie studie….het lijden hoort bij ons leven. Hoe goed om dan Gods troost en liefde te kennen vanuit Zijn woord.
Ik bid dat veel mensen hongerig worden naar de Bijbel, Jezus daarin zullen ontmoeten en Gods troost gaan ervaren in hun leven.
Voor jou ook heel veel zegen op je mooie werk.
Lieve groet Anja