10 Dingen die geestelijk sterke christenen niet doen
Deze principes staan je geloof in de weg
Ingrijpende gebeurtenissen in je leven kunnen je stil zetten. Je bevindt je op een T-splitsing. Je kunt links, je kunt rechts, maar niet meer rechtdoor. In 2016 bevond ik me op zo’n kruispunt. Ik kreeg te maken met een post-traumatische depressie.
Dankzij God en dankzij professionele begeleiding kwam ik daar uiteindelijk doorheen. Maar wat was er veel stuk gemaakt. Lichamelijk voelde ik me zwak, geestelijk was ik een wrak. Alsof ik mijn relatie met God opnieuw moest opbouwen.
Dat ging niet vanzelf. Ik moest bewuste keuzes maken om bepaalde dingen niet te doen, zodat ik weer kon bloeien na mijn ‘geestelijke winter’. Sindsdien gaat het met ups en downs. Soms ga ik vooruit, soms achteruit. Maar altijd weet ik: als ik één of twee principes vergeet, ga ik niet vooruit.
Het is net als met gewoontes. Je kunt veel goede gewoontes hebben, maar als je één slechte gewoonte hebt, kan dit ervoor zorgen dat je je doel niet haalt. Je kunt bijvoorbeeld veel sporten, maar als je veel te veel eet, val je niet af.
Zo is het met geestelijk sterke christenen ook. Er zijn basisbeginselen waaraan ze zich houden om te groeien in geloof. Ik heb twaalf principes opgeschreven die geestelijke sterke christen NIET doen:
Ben je een opstandig kind? Een zondaar? Een heilige? Een kwetsbaar mens die elk moment in de fout kan gaan? Ben je ternauwernood geaccepteerd door God? Of weet je zelfs dat niet zeker? Ben je sterk genoeg om je te verzetten tegen de aanvallen van de ‘Boze’?
Hoe je naar je zelf kijkt, bepaalt hoe je denkt, hoe je voelt en hoe je je gedraagt. Een verkeerd beeld van onze identiteit kan zorgen voor veel problemen: zonden, psychische problemen, slechte relaties, onder andere met God.
Als je jezelf bijvoorbeeld ziet als iemand die niets goeds kan doen in Gods ogen, dan keer je je steeds meer van Hem en zie je niet de uitgestrekte hand die Hij in Christus aan je aanbiedt.
In Christus ben je Gods kind (Joh 1:12). In Christus ben je Zijn vriend (Joh. 15:15). In Christus ben je gerechtvaardigd (Rom. 5:1). In Christus ben je onderdeel van Zijn lichaam, net als andere gelovigen (1 Kor. 12:27). In Christus ben je door Hem uitgekozen (Ef. 1:3-8), verlost en vergeven (Kol. 1:13-14) en vrij van veroordeling (Rom. 8:1-2). Je bent Zijn dienaar (2 Kor. 15:17-21), Zijn tempel (1 Kor. 3:16) en kun je alle dingen doen door Christus die je kracht geeft (Fil. 4:13).
Het sterker maken van onze geestelijke conditie begint bij het leven vanuit onze identiteit. Alleen dan kunnen we doen waartoe God ons heeft geroepen.
(Hier een uitgebreidere lijst met wie je bent in Christus.)
Boekentip: Overwinning over de duisternis van Neil Anderson.
De eerste stap die ik moest zetten om mezelf weer geestelijk op orde te krijgen, was gewoon iedere dag wat tijd vrij maken voor God. Al was het maar een paar minuten lezen in de Bijbel en een paar minuten bidden.
We voeden ons gedurende de dag met fysiek voedsel. Vaak op vaste momenten of anders als we gewoon honger of dorst hebben.
We beseffen vaak niet dat we geestelijk gezien worden gevoerd. Het nieuws, wat Facebook en andere sociale media ons voorschotelen, reclames, advertenties, tv-programma’s, wat mensen tegen ons zeggen. Misschien word je wel overvoerd.
We kunnen ons van bepaalde dingen afsluiten, maar niet van alles. Wat we wel kunnen doen, is ons bewust voeden met Gods Woord. En contact met Hem maken. Dit is essentieel als we een juist beeld van God willen ontwikkelen, als we Zijn liefde diep in ons willen voelen en als we ons leven willen laten leiden door Hem. En als we willen weten wat onze identiteit in Christus is.
Niet voor niets zonderde Jezus zich af van de mensen vóór Hij iets belangrijks ging doen. En ook ná een drukke dag kwam Hij Zijn afspraak na met God de Vader.
In de Bijbel lezen en bidden, al is het maar kort, is voor mij als even bellen met mijn Vader.
Je kunt mijn boek ‘Lees je Bijbel, bid iedere dag’ hier gratis downloaden.
Ik heb het verhaal van Kaïn en Abel altijd gehaat als kind. Mijn broertje was één van mijn beste speelkameraadjes. Ik hield van hem (nog steeds natuurlijk). En ik kon me niet voorstellen dat ik hem zou doodslaan, omdat ik jaloers was.
Nog altijd vind ik Genesis 4 een pijnlijk verhaal om te lezen. Waarom wees God Kaïns offer af? Waarschijnlijk omdat Kaïn offerde omdat hij dat moest doen, niet van harte.
God waarschuwt Kaïn dat de zonde op de loer ligt. ‘Ze is begerig om jou in de greep te krijgen, maar jij moet sterker zijn dan zij.’ (Genesis 4:7)
Een vers verder is Abel dood; het eerste slachtoffer van een moordenaar. De zonde had Kaïn in zijn greep gekregen.
Onze geestelijke conditie kun je zien als een prachtige aangelegde tuin. Het heeft de potentie om net zo adembenemend te zijn als de Hof van Ede (het Paradijs) ooit was. Maar zonde is als het onkruid dat langzaam maar zeker die mooie tuin kan overwoekeren.
Onkruid begint klein. Het valt eerst misschien niet eens op tussen al dat groen en die fleurige bloemen. Als je het zijn gang laat gaan, wordt het onkruid echter steeds hardnekkiger. Misschien denk je wel: ‘Dat verwijderen is veel werk. Ik pak het binnenkort wel aan als ik meer tijd en energie heb.’
Maar hoe langer je wacht, hoe meer onkruid en hoe groter de klus wordt. Wacht je lang genoeg, dan blijft er van de mooie tuin niets meer over.
Jezus is gestorven in onze plaats. Hij droeg de straf. Dat betekent dat als God naar onze tuin kijkt, dat Hij een mooie tuin ziet, zelfs als er nog onkruid in te vinden is. Dat is 1. We zijn in genade aangenomen, zelfs als er zonde in ons leven te vinden is.
Maar 2. is dat Jezus ons ook het gereedschap geeft om de zonde op te ruimen. Als u uw zondige wil doodt door de Geest (Rom. 8:13). Met wortel en tak. Door je zonden toe te geven en vergeving te vragen. Door te veranderen en de zonde niet meer te doen. Maar voor sommig onkruid heb je hulp nodig. Vanuit de kerk of zelfs professionele hulp.
Jezus had een duidelijke missie toen Hij Zijn bediening begon op aarde. Vlak nadat Hij veertig dagen in de woestijn had doorgebracht, ging Hij naar de synagoge in Nazareth. Hij las voor uit Jesaja en zei tegen de aanwezigen: ‘Vandaag hebben jullie deze woorden in vervulling horen gaan’. Wat las Hij?
‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ (Luc. 4:18-19)
Dit was én is Jezus’ missie. En de onze. Goed nieuws brengen aan de armen. Dat zijn niet alleen mensen met weinig geld, maar vooral ook ‘armen van geest’; mensen die gebroken zijn en God nodig hebben.
Gevangenen vrijlaten. Dat betekent niet het bevrijden van criminelen achter tralies, maar het vrij zetten van mensen die gevangen zitten in hun denken, of in een geloofssysteem dat niet Bijbels is.
Blinden laten zien. Soms is dat het (op gebed) genezen van mensen die fysiek blind zijn, maar nog vaker het laten zien van de waarheid aan mensen wiens geestelijke zicht verduisterd is.
Onderdrukten hun vrijheid geven. We moeten opkomen voor de rechten van mensen die niet voor zichzelf kunnen spreken. Belangrijker nog is dat mensen ondanks hun omstandigheden vrij kunnen zijn in Christus.
Toen Jezus definitief terugkeerde naar Zijn Vader in de hemel zei Hij tegen Zijn leerlingen dat ze het goede nieuws onder alle volken op aarde moesten verspreiden en hen moesten dopen (Mat. 28:19-20). Dat is de samenvatting van de missie voor alle christenen. Ook voor jou.
Raak je het zicht hierop kwijt, dan ben je als een schip zonder roer. De stroming kan je overal mee naar toe nemen.
Boekentip: ‘Radical van David Platt’ (Engelstalig)
Jaren geleden kreeg ik de vraag van een non-profit om voor hen verslag te doen vanuit een instabiele regio in het Midden-Oosten. Een plek waar aanslagen plaatsvonden en waar Westerlingen gekidnapt konden worden.
Ik wilde gaan. Mijn vriendin (en latere vrouw) was minder enthousiast. En wie kan haar dat kwalijk nemen?
Maar voor mij was het kiezen tussen de missie (zie vorige principe) en de vrouw van wie ik hield. Wat is mijn geloof waard als ik niet Jezus boven de wens van mijn naasten plaats?
Jezus zelf ging hierin nog verder. In Lucas 14 doet Hij Zijn best om mensen die Hem volgen weg te sturen. Hij ontmoedigt hen door te zeggen:
‘Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet Mijn leerling zijn.’ (Luc. 14:26)
Eigenlijk staat er: ‘Maar niet zijn vader, moeder, vrouw, kinderen, broers en zusters haat’. Jezus vraagt ons niet om onze geliefden te haten of om hen in de steek te laten zodat we Jezus kunnen volgen. Integendeel. Door onze familie te dienen, kunnen we juist Christus eren.
Jezus bedoelt dat we Hem ZOVEEL moeten liefhebben dat onze liefde voor ieder ander daarbij verbleekt. Je houdt zoveel van Hem dat alles wat je verder nog liefhebt daarmee in schril contrast staat.
Dat is moeilijk. Niet voor niets zegt Paulus dat het beter is om ongetrouwd te blijven (1 Kor. 7). Dan is het makkelijker om Christus centraal te stellen. Maar getrouwd zijn is ook nobel.
Geestelijk groeien is dan ook vooral groeien in liefde voor Christus.
Welk gebod komt het meeste voor in de Bijbel? Gods Woord staat vol met uitspraken als ‘Prijs de Heer’, ‘Wees verheugd’, ‘Wees niet bang’, ‘Wees dankbaar’. Ze komen op hetzelfde neer: haal je vreugde uit God. Boven alles wat God van ons verlangt, draagt Hij ons op om gelukkig te zijn.
Laat dat goed op je inwerken. God wil dat je gelukkig bent.
Waarom dan al die andere dingen die we wel of niet moeten doen? Die andere geboden (heb God lief, heb je naaste lief, geef geld aan de armen, zorg voor de zieken etc.) zijn wegwijzers naar het vinden van geluk in God.
De ‘verboden’ zijn juist verkeersborden die je waarschuwen dat je de verkeerde kant op gaat. Pleeg geen overspel, wees niet jaloers, maak van geld niet je meester. Doe je die dingen wel, dan gaat dat ten kosten van je relatie met en vreugde in God.
God wil ons alles geven, maar het belangrijkste, mooiste en plezierigste wat Hij kan geven, is Zichzelf. Wij mogen van Hem genieten. Hij draagt het onszelf op.
Christenen die geestelijk zwak zijn (en ik ben dat zelf vaak), zoeken hun vreugde juist buiten God. Ze vinden hooguit oppervlakkig geluk in geld, bezittingen, succes of relaties. De vreugde die God ons te bieden heeft, is niet afhankelijk van omstandigheden.
‘Voor het overige, broeders en zusters, laat de Heer uw vreugde blijven. Ik heb er geen moeite mee te herhalen wat ik u al geschreven heb; het is voor uw eigen bestwil.’ (Fil. 3:1)
Het is voor onze eigen bestwil als we onze vreugde in Hem vinden.
(Boekentips: Vreugde van God en Vechten voor vreugde van John Piper)
Iedere goede eigenschap heeft een valkuil. Ik ben een goede luisteraar en heb veel empathie. Ik ben goed in problemen oplossen en wil graag de ander helpen. Mijn valkuil? Ik kan er niet goed tegen als ik de controle kwijt raak.
Ik ben vrij stressbestendig, maar als de spanning te lang aanhoudt, loop ik het risico terneergeslagen te raken. Zeker als ik deze 12 principes vergeet.
Onthoud, een zwak geloof, is ook geloof. Geloof zo groot als een mosterdzaadje kan een geweldig verschil maken.
Maar we hoeven niet zwak te zijn of te blijven. Mits we niet blijven hangen in ons ‘ongeluk’. Als christenen hebben we de mogelijkheid om God uit te nodigen ons bij te staan in moeilijke tijden.
Nadat de profeet Elia op de vlucht sloeg, raakte hij zo depressief dat hij God vroeg om hem te laten doodgaan. God stuurde tot tweemaal toe een engel. Het hemelse wezen gaf hem brood en water.
Daarna liep Elia 40 dagen naar de berg Horeb. Daar ontmoette Hij God en God vroeg hem wat er aan de hand was. (1 Koningen 19)
Zie je hoe God gericht is op het herstel van Elia? Eerst geeft Hij hem eten en drinken. Als Elia klaar is om zijn verhaal te doen, luistert God. Dan wijst God iemand aan om Elia te helpen. Hij geeft Elia nieuw perspectief.
‘We prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.’ (Rom. 5:3-4)
Omdat God ons geluk voor ogen heeft, zijn we verrast dat we te maken krijgen met tegenstand. Toch waarschuwt de Bijbel dat God volgen en problemen hebben als gevolg van je geloof hand in hand gaan.
Niet voor niets zegt Petrus tegen de Kerk: ‘Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel hebt aan Christus’ lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer Zijn luister geopenbaard wordt.’ (1 Petrus 4:12-13)
Petrus sprak uit ervaring, maar ook omdat hij de Here Jezus hier meer dan eens had over vertellen. Jezus zegt zelf dat Hij een wig zou drijven tussen vader en zoon en moeder en dochter.
Niet omdat Hij dat wilde, maar omdat dit een gevolg is van onze gebroken wereld. Gods uitgestoken hand, is voor iedereen bereikbaar, maar niet iedereen pakt Hem vast.
Dit leidt tot strijd tussen ongelovigen en gelovigen. En zelfs tussen gelovigen onderling.
We moeten hier niet verbaasd over zijn. Het hoort erbij. We hoeven risico’s en oppositie niet op te zoeken, want God wil ons ook wijsheid geven als we Hem daarom vragen. Maar als er tegenstand komt vanwege ons geloof en/of ons verlangen om Hem te dienen, hoeven we hier niet verrast over te zijn.
Sterker nog: hoeveel pijn het ook doet, we kunnen Gods diepe vreugde ervaren onder alle omstandigheden.
Soms leefde de apostel Paulus in overvloed. Een andere keer zat hij in de gevangenis of was hij gestrand op een eiland nadat hij schipbreuk had geleden. Soms was hij rijk, soms was hij arm.
Rijk zijn is niet altijd verkeerd. Waar het om gaat is, waar je je schatten verzameld. Hier op aarde of in de hemel?
Paulus schreef aan de Filippenzen: ‘Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid.’ (Fil. 3:7-8)
Geestelijke sterke christenen gebruiken wat ze hebben voor Christus. Want ze beschouwen alles als verlies, behalve het kennen van de Here Jezus.
Geld en andere aardse bezittingen bieden schijnveiligheid en schijngeluk als ze een doel op zich vormen. Het moeten geen doelen maar middelen zijn. Niet voor niets zegt Jezus: ‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.’ (Mat. 6:19-21)
Met andere woorden: je hart volgt je schat. Waar je je schat naar toe brengt, daar gaat je hart ook zijn.
Boekentip: Verspil je leven niet van John Piper.
Ik lees de laatste tijd veel getuigenissen van mensen die hun geloof vaarwel hebben gezegd. TV-persoonlijkheid Johan Derksen bijvoorbeeld vertelt in zijn biografie hoe zijn moeder en hij werden mishandeld door zijn vader, terwijl die vervolgens iedere zondag met een bijbel onder zijn oksel naar de kerk liep.
De jonge Derksen kon dit niet met elkaar rijmen. Hoe kon een volgeling van Christus zo hypocriet zijn?
(Als we eerlijk zijn, dan moeten we toegeven dat we allemaal een schaduwkant hebben die we liever niet laten zien.)
Maar wat er geestelijk gebeurt, is dat mensen hun hoop verliezen in God. En is er iets tragischer dan dat?
Johannes 6 is misschien wel het meest trieste hoofdstuk uit de Bijbel. Het begint met Jezus die duizenden mensen te eten geeft terwijl er eigenlijk maar vijf broden en twee vissen zijn. De volgende dag komen de Joden terug voor nog meer gratis voedsel.
Jezus wil nu niet voorzien in hun lichamelijke behoefte, maar in hun geestelijke. Hij zegt dat Hij de Zoon van God is. Hij is zelf het Hemelse Brood en de mensen moeten van Hem eten.
Het volk raakt in verwarring (niet heel gek…) en wordt zelfs boos. Iedereen verlaat Hem. Jezus is teleurgesteld en draait zich om naar Zijn leerlingen. ‘Willen jullie ook gaan?’
Simon Petrus spreekt namens de groep. ‘Naar wie dan, Heer? Uw woorden geven eeuwig leven.’
Jezus zegt dan: ‘Ik heb jullie al twaalf uitgekozen, maar één van jullie is een duivel.’ Van de duizenden mensen die Hem gisteren volgden, bleven er nog twaalf over, maar één van die twaalf zou Hem later verraden.
Waarom hielden Petrus en tien andere discipelen wel hoop in Jezus? Omdat ze inzagen dat Zijn woorden eeuwig leven geven. Petrus voegde er zelfs nog aan toe: ‘Wij geloven en weten dat U de Heilige van God bent’.
Je verliest je hoop niet zolang je vasthoudt aan de Heilige van God.
Wat doen geestelijke sterke christenen nog meer niet?
Deze lijst is vast niet compleet. Wat heeft God jou geleerd om niet of juist wel te doen? Laat hieronder een reactie achter.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!