Waarom Jezus in gelijkenissen ging spreken
Welkom bij weer een aflevering van de Bijbellezen met Jan-podcast. Ik ben ontzettend dankbaar dat je mijn podcast luistert. Het is mooi om zo met elkaar de Bijbel te mogen lezen. Dat is namelijk niet vanzelfsprekend.
En toch is samen lezen in de Bijbel het mooiste wat er is. Misschien ken je de brief wel die Paulus aan Timoteüs schreef. Paulus zat toen in Rome gevangen, terwijl Timoteüs de nodige uitdagingen had in de stad Efeze, waar hij de kerk moest helpen.
Paulus schreef hem: ‘Leg je toe op het voorlezen en onderwijzen uit de schrift’. Oftewel: ‘Timoteüs, besteed een groot deel van je tijd gewoon aan het voorlezen uit de Bijbel.’ In die tijd konden negen van de tien mensen immers niet lezen en schrijven. En als je dat wel kon, dan was de kans heel klein dat je een boekrol had met daarop een deel van de Bijbel.
Bij ons kan vrijwel iedereen lezen of luisteren naar Gods Woord. Je hoeft alleen maar de Bijbel open te slaan, of een website te bezoeken of een app te openen. Maar die luxe hadden de mensen toen niet. Ze hadden elkaar nodig om uit de Bijbel te lezen.
Juist omdat wij tegenwoordig alles zelf kunnen, lezen we vrijwel nooit meer samen. Behalve dan misschien thuis met je gezin, of misschien nog in de kerk op zondag. Dus hoe mooi is het dat jij en ik ook samen de Bijbel open kunnen doen. Ik aan deze kant van de lijn en jij aan de andere kant.
Ik lees voor, jij luistert en hebt er je eigen gedachten bij. Je mag me ook altijd feedback geven via e-mail, jan@bijbellezenmetjan.nl. Of zoek me op via Instagram of Facebook. Zoek dan op Bijbellezen met Jan.
Nogmaals: ik ben erg dankbaar dat je luistert naar mijn podcast. Mocht je nu ook eens een heel Bijbelboek met mij willen doornemen, ik heb net een Bijbellees-challenge uitgebracht die ik ‘Een wandeling met Matteüs’ heb genoemd.
Heb jij al eens zo’n challenge met mij gedaan? Zo niet, dan kan ik het je zeker aanraden. Want juist bij zo’n challenge doen we samen dagelijks de Bijbel open. Je kunt zelf lezen of naar mij luisteren. En ik geef je context bij de tekst, waardoor je die beter gaat begrijpen.
Tijdens het schrijven van de wandeling met Matteüs werd ik erg geraakt door de gelijkenissen van Jezus. Het viel me op dat Jezus eerst vrij openlijk spreekt over zichzelf en over het koninkrijk van de hemel, maar dat Hij later steeds raadselachtiger werd. Waarom gaat Hij opeens spreken in gelijkenissen? Daar heb ik een les aan gewijd in de Matteüs Challenge. Die wil ik nu met je delen.
Maar eerst nog dit: wil jij ook deze wandeling met Matteüs meemaken? Ga dan naar Bijbellezenmetjan.nl/matteus (m-a-t-t-e-u-s, zonder ‘h’ dus).
Welke bodemsoort ben jij?
Het interessante aan de tijd van Jezus’ bediening op aarde is dat je duidelijk een aantal verschuivingen ziet. Zo lezen we in het evangelie van Johannes over Jezus’ eerste jaar als rondreizend evangelist. Toen veranderde Hij water in wijn en verkondigde Hij het evangelie voornamelijk in Judea. Aan het eind van die periode ontmoet Hij eerst Nikodemus en daarna de Samaritaanse vrouw.
Daarna verbleef Hij grotendeels in Galilea, al maakte Hij weleens een uitstapje naar Jeruzalem.
In de beginperiode was Jezus bovendien heel openlijk over wie Hij was. Zo zei Hij ronduit tegen de Samaritaanse vrouw dat Hij de Messias is, maar – zoals we hebben gezien in Matteüs – verbood Hij regelmatig mensen om over Hem te vertellen. Dat deden ze uiteindelijk toch en daardoor nam de interesse in Jezus toe.
Niet alle interesse was positief. In de vorige overdenking zagen we al hoe de Joodse leiders probeerden Jezus in de val te lokken. En Johannes de Doper en Jezus’ eigen familie leken te twijfelen.
Daarna veranderde Jezus van tactiek. Hij ging in gelijkenissen spreken. Een gelijkenis wil zeggen dat je een verhaal vertelt over een aardse gebeurtenis dat een geestelijk principe illustreert.
Waarom deed Jezus dit? Dat gaan we nu lezen in Matteüs 13. Hierin vertelt Jezus de nodige gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel én legt Hij uit waarom Hij in gelijkenissen ging spreken.
Matteüs 13:1-23
Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. Er kwam een grote mensenmassa om Hem heen staan, en daarom ging Hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. Hij sprak in allerlei gelijkenissen tot hen: ‘Een zaaier ging eropuit om te zaaien. Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en er kwamen vogels die het opaten.
Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; en toen de zon opkwam verschroeide het, en doordat het geen wortel had droogde het uit.
Weer een ander deel viel tussen de distels, en toen die opschoten verstikten ze het. Maar er viel ook zaad in goede grond, en dat droeg vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig. Laat wie oren heeft goed luisteren!’
De leerlingen kwamen naar Hem toe en vroegen: ‘Waarom spreekt U in gelijkenissen tot hen?’ Hij antwoordde: ‘Het is jullie gegeven de geheimen van het koninkrijk van de hemel te kennen, maar hun niet. Want wie heeft, hem zal nog meer gegeven worden, en wel in overvloed; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen. Dit is de reden waarom Ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen.
In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten.
Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.” Gelukkig zijn jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! Want Ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.
Hoor en begrijp dan nu de gelijkenis van de zaaier: Bij ieder die het woord van het koninkrijk hoort maar het niet begrijpt, komt hij die het kwaad zelf is om te roven wat in hun hart is gezaaid; dit is het zaad dat op de weg gezaaid is. Het zaad dat op rotsachtige grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en het meteen met vreugde aannemen. Maar doordat het geen wortel schiet in hen, is dat van korte duur. Worden ze vanwege het woord verdrukt of vervolgd, dan komen ze meteen ten val.
Het zaad dat tussen de distels is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen, maar bij wie de zorg om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom het woord verstikken, zodat het zonder vrucht blijft. Het zaad dat in goede grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en begrijpen. Zij zijn het die vrucht dragen, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig.’
Waarom gelijkenissen?
Is het je opgevallen waarom Jezus gebruik ging maken van gelijkenissen? Toen Hem die vraag werd gesteld, zei Hij:
‘Het is jullie gegeven de geheimen van het koninkrijk van de hemel te kennen, maar hun niet.’
Dat lijkt enorm oneerlijk, maar het citaat van Jesaja dat Jezus hieraan toevoegt, maakt veel duidelijk. Jesaja had namens God geschreven:
“Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.”
Het probleem van de mensen is dat ze niet wíllen begrijpen. Het hart van het volk is afgestompt. Ze zijn gaan op de farao lijken uit het Exodus-verhaal. Zijn hart was hard. Hij was koppig en eigenwijs en weigerde te luisteren.
Zouden ze een zacht hart hebben gehad, dan zouden ze tot inkeer zijn gekomen en dan had God hen kunnen genezen. Jezus’ tegenstanders willen dat echter niet. Ze druipen af omdat ze Zijn verhaaltjes niet begrijpen. Of omdat ze zich op de verkeerde manier aangesproken voelden.
De oprechte volgelingen blijven wel bij Jezus. Net zolang tot Hij hun uitlegt wat de gelijkenis betekent. Zij hebben een zacht hart. Zij komen wel tot inkeer. Zij worden wel door Jezus genezen.
Gelijkenis van de zaaier
De eerste gelijkenissen die Jezus vertelt, zijn een mooi commentaar op de vorige verhalen over Jezus, waarin mensen zo wisselend op Hem reageren. Hij illustreert dit het meest uitgebreid in de gelijkenis van de zaaier. Laat me deze gelijkenis verder uitwerken.
Hierin zien we een boer die zaad zaait. Dat zaad, zo legt Jezus uit, is als het woord van God. Het moet in vruchtbare bodem vallen, wortelschieten en zich tot een gewas ontwikkelen.
Met andere woorden: luister je naar God, geef je je aan Hem over?
Dan de vier bodemsoorten. Ze hebben alle vier dezelfde samenstelling en dus alle vier dezelfde potentie om gewassen voort te brengen.
Nu was het in Jezus’ tijd gebruikelijk om door het veld te lopen. Op plekken waar veel mensen liepen, ontstond vanzelf een hard pad. Dit is de harde grond. Als zaad op deze grond valt, kan het zaadje zich niet ontwikkelen. Zelfs niet als het uitkomt, want de wortels zijn veel te zwak om in de grond door te dringen. De vogels vreten het zaad op.
Dan is er nog rotsachtige grond. De boeren in het Israël van de eerste eeuw waren slim genoeg om alle stenen en keien uit de bodem te verwijderen. Maar niet al te diep onder de oppervlakte ligt op veel plekken kalksteen. Het zaad kan dan wel wortel schieten en begint zich te ontwikkelen. Maar het is ten dode opgeschreven, omdat het nooit vocht zal kunnen bereiken. Zodra de verschroeiende zon toeslaat, verdort de plant.
De derde soort is grond met distels en onkruid. Dit zaad ontwikkelt zich goed, maar het onkruid ook. Uiteindelijk zal het onkruid het gewas verstikken.
Gelukkig is er ook een vierde soort: goede grond. Sommige grond is zo vruchtbaar dat het dertigvoudig, zestigvoudig, of zelfs honderdvoudig vrucht voortbrengt.
Symbool voor het hart
Het interessante aan de grond is dat het dezelfde samenstelling heeft. Er is wat dat betreft geen onderscheid in bodemsoorten, zoals ik al zei. Maar de bodem staat symbool voor het hart. De harde grond, dat is een hard hart, zoals bijvoorbeeld het hart van de farao dus. Het is een trots, onverschillig hart dat vijandig tegenover God staat. Iemand met zo’n hart is een makkelijk prooi voor satan. Het hart kent geen berouw, geen schuld en heeft geen interesse in de zaken van God.
De grond met de kalksteenlaag onder de oppervlakte is een oppervlakkig hart. Het ontvangt het gesproken woord met enthousiasme, maar zodra het op de proef wordt gesteld of zodra het volgende fascinerende voorbijkomt, zakt het weer weg. Als ik kritisch naar mezelf kijk, dan is mijn hart van nature zo’n hart. Heel enthousiast voor de zaken van God, maar dat enthousiasme kan ook weer snel wegebben.
Dan is er nog de grond die ook bezaaid is met onkruid. Dit hart is gericht op de wereld, niet op de hemel. Zorgen verstikken de vreugde. Geld, macht, seks, uiterlijk, status; zaken die er eigenlijk niet toe doen. Of beter gezegd: geen zaken die je voor Gods koninkrijk zou kunnen aanwenden. Er zijn ook andere, meer legitieme zorgen, bijvoorbeeld over eten en drinken.
De grond is dus hetzelfde. Het hart is hetzelfde. Maar is het gereed om de boodschap te ontvangen? Hoe gaat het hart om met zijn vijanden?
Onze vijanden
Want de vogels, de zon en het onkruid vertegenwoordigen onze vijanden hier. De vogels, dat zijn Satan en zijn valse engelen. De zon staat symbool voor vervolging en lijden, en onkruid voor de zorg om het dagelijkse bestaan en de verleiding van de rijkdom.
Het nadeel van deze gelijkenis met de grondsoorten is dat de bodem niets kan doen. Het kan niet voorkómen dat vogels zaad wegplukken, dat de zon het opkomend gewas verschroeit en dat onkruid zijn verstikkende werk doet.
Jezus is een hartchirurg. Deze gelijkenis is het mes waarmee Hij onze borstkas opent om naar de conditie van ons hart te kijken. Zijn wij bereid om te luisteren en Hem te ontvangen?
Terug naar de zaaier. God is niet alleen de zaaier, Hij is ook de Heer van de oogst. Hij kan de hardste bodem openbreken. Hij kan de rotsachtige laag onder de grond verwijderen. En Hij kan het onkruid wieden voordat het gewas verstikt. Als je God toestaat dit te doen, dan wordt je hart zacht. Dan nestelt Gods woord zich diep in je hart. Als je hart op God gericht is, dan hebben de zorgen van deze wereld niet langer grip op je hart.
Dan wordt je hart klaar om te ontvangen. En dan zul je vrucht voortbrengen. Of dat dertig-, zestig- of honderdvoudig is, is niet relevant. Jij draagt vrucht. Dat is het kenmerk van een gelovige.
De Matteüs-wandeling
Tot zover de overdenking over deze cruciale gelijkenis van Jezus. Wil je Jezus nog beter leren kennen? Schrijf je dan in voor de Bijbellees-challenge ‘Een wandeling met Matteüs’. Daarin zoomen we in op de geboorte van Jezus en hoe Matteüs dit koppelt aan het verhaal van het Oude Testament, hoe Matteüs laat zien dat Jezus het nieuwe Israël is, een nieuwe Mozes en een nieuwe David.
Ook onderzoeken we hoe mensen reageren op Jezus en waarom, hoe de tegenstand steeds verder toenam en hoe Jezus het kwade veranderde in het goede. Jezus heeft ons verlost en een opdracht meegegeven. Matteüs geeft ons hier een unieke kijk op.
Kortom, deze challenge is in meerdere opzichten uitdagend. Durf jij die uitdaging aan te gaan? Schrijf je dan in voor ‘Een wandeling met Matteüs’.
Ga dan naar Bijbellezenmetjan.nl/matteus (m-a-t-t-e-u-s, zonder ‘h’ dus).
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!