Wie schreven het Oude Testament?
Deel 1: De Wet
Is de Bijbel betrouwbaar of toch een sprookjesboek? Hoe komen we eigenlijk aan deze 66 boeken? Zijn er boeken weggelaten of staan er ook teksten in die er niet in horen? Dat onderzoeken we in deze serie over het ontstaan van de Bijbel.
In de vorige blogpost legde ik uit dat de Bijbel tot stand is gekomen onder leiding van de heilige Geest. Het kenmerkende van Gods Geest is dat Hij altijd door mensen heen werkt. Dat zien we in hoe het evangelie zich over de aarde heeft verspreid. Elk volk dat bereikt is met de boodschap over Jezus werd benaderd door mensen die Jezus volgen. Natuurlijk deed God wonderen en genas Hij zieken, maar altijd waren er mensen betrokken.
Bij de totstandkoming van de Bijbel is dat op dezelfde manier gebeurd. God heeft bekende en minder bekende figuren gebruikt om de Bijbel te schrijven en samen te stellen. Iedere schrijver was een profeet en iedere redacteur ook. Je kunt ook zeggen: de Bijbel schrijven is team work geweest.
Laten we eens dieper in gaan op wie het Oude Testament dan hebben geschreven. We houden hierbij de officiële Hebreeuwse indeling aan. Later, toen Westerlingen Griekse en Latijnse Bijbelvertalingen maakten, hebben ze hun eigen volgorde aangehouden, één die logischer was voor hun context.
Maar ik hou hier de volgorde aan die Jezus ook kende. De Hebreeuwse Bijbel – ons Oude Testament – bestaat uit drie delen:
- De Torah – De Wet (of: Het onderwijs, de instructie)
- De Nevi’iem – De Profeten
- De Ketoevim – De Geschriften
In deze blogpost kijken we naar ‘De wet’.
Genesis: gebeurtenissen lang voor Mozes
De wet bestaat uit vijf Bijbelboeken: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Volgens de traditie zijn deze vijf boeken geschreven en samengesteld door Mozes. Wat betekent dit?
Genesis is het lastigste boek in dit rijtje, want alles wat in dit Bijbelboek staat, vond plaats ver voordat Mozes leefde. Als de uittocht in 1446 voor nul plaatsvond, dan leefde Jozef in de 19e eeuw voor nul. Ruim 400 jaar eerder dus. Abraham moet dan rond 2000 voor nul hebben geleefd en de zondvloed weer enkele honderden jaren daarvoor.
Hoe wist Mozes van deze verhalen? We weten uit de Bijbel dat Mozes met God sprak alsof ze twee vrienden waren die bij elkaar op bezoek gingen. Dus het zou goed kunnen dat Mozes de verhalen rechtstreeks van God heeft gehoord.
Verschillende tradities of literair ontwerp?
Maar het kan ook zijn dat de verhalen bewaard zijn en mondeling van generatie naar generatie zijn overgedragen. Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen dat Mozes ook andere bronnen heeft gebruikt voor zijn geschriften. De stambomen in Genesis kunnen zijn overgenomen uit bestaande bronnen bijvoorbeeld.
Daarnaast wijzen Bijbeluitleggers op bepaalde herhalingen van Bijbelverhalen. Dit zou betekenen dat in de Bijbel verschillende tradities zijn samengevoegd.
Neem alleen al de eerste twee hoofdstukken van de Bijbel. In Genesis 1 wordt het scheppingsverhaal verteld met een focus op de hele kosmos, terwijl in Genesis 2 het scheppingsverhaal ook wordt verteld, maar nu met een focus op de mens.
In het eerste verhaal wordt de mens geschapen en lijken er gelijk mannen en vrouwen te zijn, terwijl in Genesis 2 de mens eerst wordt geschapen, en later worden ze gescheiden in man en vrouw.
In Genesis 1 wordt eerst de leefwereld van de mens gemaakt (bomen en planten) en dan pas de mens. In het tweede verhaal wordt eerst de mens gemaakt en dan laat God bomen en planten opschieten in de hof van Eden.
‘Dit zijn twee scheppingsverhalen’, zegt de ene Bijbel-uitlegger. Maar een ander zal zeggen: ‘Dit is een literair ontwerp. Waar in Genesis 1 we de schepping van grote afstand bekijken, daar zoomt Genesis 2 in. Beide verhalen hebben hun eigen rol en benadrukken een uniek perspectief van de schepping.’
Als je mij een tijdje volgt, dan weet je dat ik erg neig naar de literaire benadering. Ik geloof niet dat God twee tegenstrijdige verhalen zou opnemen in zijn boek. Ik geloof dat God ons verschillende dingen wil zeggen.
De eerste mensen die Genesis 1 hoorden in die vorm, waren de Israëlieten in de tijd van Mozes. Zij waren opgegroeid met de scheppingsverhalen van de oude Egyptenaren. Die stonden bol van geweld, strijd en chaos. Genesis 1 staat daarmee in groot contrast. Hier vertelt God hoe Híj alles heeft gemaakt met rust, met orde en met structuur.
Het tweede scheppingsverhaal laat zien hoeveel zorg en liefde God heeft besteed aan de eerste mensen. Hier wordt duidelijk hoe trouw en liefdevol God is.
Mozes’ eigen ervaringen
Terug naar Mozes. Om zijn vijf Bijbelboeken te schrijven, heeft Hij dus geput uit andere bronnen, uit oude documenten die er al waren, maar ook uit zijn eigen ervaringen. Vanaf Exodus verschijnt hij namelijk zelf op het toneel.
Dat zijn moeder hem verstopte in het riet om hem zo te redden van het Egyptische leger zal ze hem later hebben verteld. Daar heeft Mozes waarschijnlijk geen herinnering aan gehad. Maar alles wat daarna wordt beschreven, heeft Mozes zelf meegemaakt. Hij kon putten uit zijn eigen ervaringen.
En wat we niet mogen vergeten: Mozes had regelmatig gesprekken met God. Ze spraken openlijk met elkaar. En de Bijbel vertelt ook dat God aan Mozes opdracht gaf om bepaalde dingen op te schrijven. (Bijvoorbeeld in Exodus 17, 24 en 34, Numeri 33 en Deuteronomium 31).
Ik geloof zelf dat het een combinatie van al deze dingen is geweest die ervoor hebben gezorgd dat Mozes zijn vijf boeken kon schrijven.
Redactie
In latere jaren heeft er natuurlijk wel redactie plaatsgevonden. Anders zou Mozes zijn eigen dood hebben beschreven. De Bijbel probeert trouwens niet te verbergen dat er redacteuren in het spel zijn geweest!
Achter de woorden die wij nu lezen, stonden profeten en schriftgeleerden die niet alleen spraken, maar ook schreven en verzamelden.
Mozes schreef de woorden van de HEER op (Ex. 24:4). Jeremia dicteerde zijn profetieën aan Baruch, die ze op een rol vastlegde en later moest herschrijven en uitbreiden (Jer. 36). Jesaja kreeg zelfs expliciet de opdracht om een boekrol te maken (Jesaja 30:8).
Soms maakten de schrijvers/redacteuren gebruik van andere bronnen. In Numeri wordt bijvoorbeeld verwezen naar het Boek van de Oorlogen van de HEER (Num. 21:14). Jozua citeert het Boek van Jashar (Joz. 10:13), en in Koningen lees je telkens dat de rest van de geschiedenis van de koningen staat opgetekend in de annalen van Israël en Juda. Dit zijn sporen van redacteuren die bestaande bronnen gebruikten en samenvoegden, geleid door de overtuiging dat dit Gods verhaal was. (Helaas voor ons zijn deze bronnen verloren gegaan.)
Wat dit bijzonder maakt: de Bijbel noemt deze mensen niet simpelweg “schrijvers”, maar laat zien dat zij onder leiding van Gods Geest stonden. Nehemia zegt: “U waarschuwde hen door uw Geest, door de profeten” (Neh. 9:30). Zacharia noemt dezelfde Geest die door de profeten sprak (Zach. 7:12).
De redacteuren waren dus geen anonieme bewerkers, maar profetische stemmen die door de Geest geleid teksten bijeenbrachten en vormgaven.
Daarom kunnen we stellen dat het Oude Testament team work onder leiding van de heilige Geest is geweest. Het schrijven en samenstellen is niet alleen het werk geweest van een paar mensen als Mozes en Jesaja, maar van de profeten — meervoud.
Hun roeping was niet alleen profeteren met woorden, maar ook het samenstellen en doorgeven van de boeken voor de generaties na hen. Zo werd de Bijbel wat hij nu is: een verzameling van Gods woorden, doorgegeven en bewaard door zijn profeten.
De volgende keer kijken we naar de rest van het Oude Testament.
Maak kans op al mijn boeken
en ontvang sowieso het eBook over de ontstaansgeschiedenis en betrouwbaarheid van de Bijbel.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!