In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest. God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en Hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde Hij dag, de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
Met deze vijf verzen begint het verhaal van God en mens. Er hangt een zweem van mysterie over de eerste hoofdstukken van Genesis. Was er wel of geen oerknal? Is de aarde miljarden jaren oud of slechts een paar duizend jaar? Klopt de evolutietheorie wel of niet? Maakte God echt maar twee mensen?
Laten we eerlijk zijn: het begin van de Bijbel roept zo veel vragen op! Waarom geeft de Bijbel hier geen antwoord op? We moeten ons realiseren dat onze vragen alles te maken hebben met de tijd waarin WIJ leven. De 21e eeuw.
Genesis is voor het eerst op papier gezet in waarschijnlijk de 15e eeuw voor Christus, de periode van Mozes na de uittocht uit Egypte. De Israëlieten waren voormalige slaven die al generatieslang in een land woonden waar afgoderij aan de orde van de dag was, en waar ze zelf waarschijnlijk aan hadden meegedaan.
Zij waren niet bekend met theorieën over een oerknal of over geleidelijke evolutie. Wel waren ze grootgebracht met de scheppingsmythes van Egypte en misschien ook wel die van andere volken. In die scheppingsverhalen is er sprake van chaos en geweld, en van daaruit werd de wereld door de goden gecreëerd.
En dan verschijnt ineens de God van hun voorouders op het toneel. Hij stuurt vernietigende plagen naar het land waarin ze wonen en neemt hen vervolgens mee naar de woestijn. Ze hebben weleens verhalen over Hem gehoord van hun voorouders, maar wie is die God? Wat wil Hij van hen? Iedere volk had destijds zijn eigen god. Is dit ook een God die bij één volk hoort?
Dit is waarom God aan Mozes vertelde dat Hij het is – en niet de Egyptische of andere goden – die alles gemaakt heeft en zijn plek gaf. Hij is de God van de hele schepping. Zijn schepping straalt rust en organisatie uit. Dit is zo anders dan de Egyptische scheppingsverhalen uit die tijd!
Een literaire en geen natuurkundige beschrijving
Maar dan nog… Hoe kan God eerst licht scheppen (dag 1) en dan pas de zon (dag 4)? Volgens veel atheïsten is dat alleen al het bewijs dat de Bijbel een sprookjesboek is. (Diezelfde mensen geloven wel dat er eerst niets was en dat dit vervolgens ontplofte, maar dat terzijde.)
Toch is het een logische vraag. Het antwoord is dat de Bijbel geen poging doet om een natuurkundige verklaring voor het ontstaan van het universum te geven. De Bijbel geeft een literaire beschrijving, en geen natuurkundige.
Voor ons is dat moeilijk te begrijpen, maar zie het als poëzie. ‘Jouw gelaat schittert als een diamant in het zonlicht’, zou een dichter kunnen zeggen over zijn geliefde. Natuurkundig gezien klopt er geen hout van deze stelling. Een gezicht kan niet schitteren, zeker niet als een diamant. Toch zal niemand hem de uitspraak verwijten. Hij geeft een literaire beschrijving.
God kiest woorden en gebruikt beelden in Genesis 1 en 2 die de mensen in de tijd van Mozes al konden begrijpen. Hij zegt: ‘In het begin’, dus ‘Aan het begin van de tijd’.
Het universum is Gods tempel
Je kunt deze tekst echter ook vertalen met ‘In de inaugurele periode’. ‘Inaugureel’ is een moeilijk woord dat ‘inwijding’ betekent. Het is een ceremonie waarbij iets aan God wordt opgedragen. Een priester of een dominee wordt bijvoorbeeld ingewijd, maar ook een kerkgebouw of een tempel kunnen worden ingewijd. Eigenlijk zegt God hier dus dat het hele universum een tempel voor Hem is.
In het begin maakte God de hemel en de aarde.
In dit ene vers ligt de hele schepping besloten. God heeft alles gemaakt. Punt. Geen twijfel mogelijk. Alles wat bestaat, vindt zijn oorsprong in God. Waar komt de oervloed vandaan in vers 2? Waarom was de aarde nog woest en doods? God had alles al gemaakt in vers 1.
Daarna volgt de zogeheten scheppingsweek. In zes dagen geeft God alles Zijn plek. Ging God door met het scheppen van alles? Dat zou kunnen, maar de grondtekst laat vooral zien dat God orde aanbrengt. Daarom zei ik dat God alles zijn plek gaf.
Op dag 1 scheidt Hij het licht van de duisternis. Hij creëert het licht en de duisternis niet, Hij scheidt ze van elkaar. Hij organiseert de wereld dus.
Op dag 2 scheidt Hij de hemel van het water daaronder en op dag 3 scheidt Hij het water van het land. Op diezelfde dag laat Hij de gewassen, bomen en planten opkomen.
Op de eerste drie dagen deelt God dus de ruimtes in waar straks het leven zal verschijnen.
Dan breekt dag 4 aan in het verhaal en verschijnen de zon, de maan en de sterren. Een dag later verschijnen de vogels en de vissen en op dag 6 de dieren en de mensen.
Hier zit een prachtige symmetrie in. Dag 1, licht en duisternis, hangt samen met dag 4 – de zon, de maan en de sterren. Dag 2, hemel en water, hangt samen met dag 5 – de vogels en zeedieren. Dag 3, land, hangt samen met dag 6 – de landdieren en de mens.
En de zevende dag dan?
Was God zo moe dat Hij moest uitrusten op de zevende dag van de schepping? Dat lijkt onlogisch en dat is het ook. De Heer heeft geen batterij die moet worden opgeladen. Hij wordt niet moe.
Wat is dan de rol van de zevende dag? Hier kun je boeken over volschrijven, maar heel in het kort: de zevende dag wordt door God heilig verklaard. Het is een dag van verering. Het opvallende is dat dit de enige dag van de scheppingsweek is waarin NIET wordt gezegd: ‘Het werd morgen en het werd avond, de zevende dag’. Deze dag heeft geen begin en geen eind. Het is dus een eeuwige dag.
Dit is Gods boodschap aan Mozes en de Israëlieten, en ook aan ons. Hij vertelt niet hoe Hij ons een thuis gaf (natuurkundige verklaring) maar waarom (literaire verklaring).
Het doel is dat wij Hem aanbidden en vereren. Dit is ook waarom Jezus later zou zeggen dat wie moe en belast is naar Hem kan toekomen om eeuwige rust (dag 7, sabbat!) te vinden. God geeft vrede.
Dat brengt ons bij de rol van de mens.
Koning-priesters
Het opvallende is dat de mens in Genesis 1 weinig aandacht krijgt. In Genesis 2 wordt het scheppingsverhaal nogmaals verteld, maar dit keer zoomt de Bijbel juist in op de mens. Je ziet bovendien kleine verschillen met het verhaal in Genesis 1. Dat is niet erg. Ook dit is een literaire en geen natuurkundige beschrijving.
God maakt eerst Adam. Dat betekent simpelweg ‘mens’. Hij wordt pas mannelijk als ook de vrouw is gemaakt. Onze Bijbelvertaling zegt dat zij is gemaakt uit zijn ‘rib’ en dat zij een ‘helper’ is. Dit zijn echter zwakke vertalingen van het Hebreeuws. Het woord voor ‘rib’ kun je ook vertalen met ‘zijkant’ of ‘zijde’. Zij is de helft van de mens en dus net zo volwaardig als de man.
Het woord voor ‘helper’ is ‘ezer’. Dat is veel krachtiger dan ‘een hulpje’. De vrouw is een levenspartner zonder wie Adam niet kan. Later in de Bijbel wordt God een ezer genoemd van Israël. Daaraan zien we dat de rol van Eva zeer groot is.
Terug naar het hoofdverhaal. De mens is de kroon op Gods schepping. Ze zijn gemaakt naar Gods evenbeeld. Dat betekent niet dat ze fysiek op Hem lijken, maar dat ze Zijn karakter moeten weerspiegelen.
En hoe moeten ze dat laten zien? Door te heersen over Gods schepping zoals de Heer dat zelf zou doen. Met dezelfde zorg, liefde en aandacht als Hij. Eigenlijk zijn Adam en Eva de eerste koning en koningin van de aarde.
Maar, zoals we hebben gezien, de aarde fungeert als een tempel van God. De hele schepping aanbidt Hem. Adam en Eva zijn dus ook priesters.
Eigenlijk kun je zeggen dat Adam en Eva koning-priesters zijn. Dit is belangrijk, omdat je later in de Bijbel zult zien dat koningen een priesterlijke rol hadden. Maar niemand, zelfs iemand als koning David niet, blijkt een volmaakte koning-priester te zijn. Niemand, behalve Jezus. Jezus zal uiteindelijk de rol op zich nemen die was toebedeeld aan Adam, Eva en hun nageslacht.
Dit was de eerste les uit de Bijbel in 40 Dagen-challenge. Wil je wellicht de hele challenge doen? Klik dan hieronder.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!