Hoe moet je (niet) omgaan met vervolging?
Leer deze lessen van Jezus en van vervolgde christenen
Leer deze lessen van Jezus en van vervolgde christenen
In mijn vorige blogpost keken we naar hoe christenvervolging naar India kwam en welke lessen wij daarvan kunnen leren. Ik benoemde daarin de drie trends die een gevaar voor christenen zijn.
Ook de Bijbel waarschuwt voor vervolging, maar nergens zegt God in Zijn Woord dat we bang moeten zijn. Integendeel. Vrijwel iedere keer als Jezus spreekt over de tegenstand die Zijn leerlingen zullen ervaren, koppelt Hij hier een oproep en een belofte aan.
‘Wees niet bang voor het lijden dat u nog te wachten staat. Sommigen van u zullen door de duivel in de gevangenis worden gegooid, en zo op de proef worden gesteld; tien dagen lang zult u het zwaar te verduren hebben. Wees trouw tot in de dood, dan zal Ik u als lauwerkrans het leven geven.’ – Openbaring 2:10
Dit was Jezus’ boodschap voor de christenen in Efeze. ‘Wees niet bang’ en ‘voor het lijden dat u te wachten staat’. Vervolging is iets wat erbij hoort, zegt Jezus. Maar dat betekent niet dat je bang moet zijn.
Jezus doet een stevige oproep. ‘Wees trouw tot in de dood.’ Niet iedereen zal de vervolging overleven. Wees trouw. Hou vol. Volhard in geloof. Raak de liefde niet kwijt. Stop niet met dienen. Wees trouw.
Maar er is ook een beloning: de lauwerkrans van het leven. Dat wil zeggen dat je altijd bij Jezus zult zijn. Dat is het vooruitzicht waaraan je jezelf mag vastklampen in tijden van nood.
Dit is ook het getuigenis van veel vervolgde christenen. Zij weerstaan de druk, het verdriet en fysieke pijn om die lauwerkrans van het leven te krijgen. De lauwerkrans is wat atleten kregen als ze de wedstrijd wonnen. Vandaag de dag zou je een gouden medaille krijgen.
Zo ontmoette ik in India een jonge pastor. Hij was pas 22 jaar. Zo gaat dat vaak in die landen. Je komt tot geloof, en als jij één van de weinigen bent die kan lezen, dan kun jij in de Bijbel lezen en word je daarom al gauw tot voorganger gebombardeerd.
Hij was op zijn brommer naar een ander dorp gegaan om met enkele andere jonge pastors de eerstvolgende kerstdienst voor te bereiden. Alles ging goed. Geen vuiltje aan de lucht. Tot hij en met drie andere pastors op de brommer terug naar huis ging.
Onderweg werden ze tegen gehouden door een groep hindoe-jongeren. Ze hadden stokken bij zich. Ze trokken de pastors van hun motorfietsen en begonnen hen te slaan. Dat ging een hele tijd zo door, tot de politie kwam.
Nu is het in zo’n land niet altijd zo dat de politie opkomt voor de slachtoffers. Als je drie christenen hebt en enkele tientallen hindoes, dan is het makkelijker om de christenen te arresteren. Die kun je makkelijk meenemen en bovendien krijg je zo geen gedoe met de rijke mensen achter die hindoes. Bovendien, als politieagent ben je zelf hindoe en als hindoe weet je dat christelijke Indiërs landverraders zijn. En misschien maken ze met hun afvallige geloof ook wel de goden boos.
Dus wat goed en fout is, wordt niet bepaald door de wet, maar door je geloof. Door je overtuiging. Door je ideologie.
Neeraj en zijn vrienden werden opgesloten in het politiebureau. Daar waren ze veilig. Tenminste voor even. Het duurde niet lang, of er begon zich buiten een grote menigte te verzamelen. De sfeer werd steeds dreigender. Het zou niet voor het eerst zijn dat gevangenen met geweld uit hun cel werden gehaald en gewoon voor de ogen van agenten werden afgeslacht.
Toen kwam de hindoe-priester langs. Hij heeft met de christelijke jongens gepraat in hun cel en gezegd dat ze altijd thuis mogen komen. Dat betekent dat ze weer hindoe zouden worden. Even later kwamen ook de agenten de cel binnen en ze bedreigden de christenen. Als ze zich niet weer zouden bekeren tot het hindoeïsme dan zouden ze elektrische schokken toegediend krijgen.
Ik weet nu wat je wilt horen. Je wilt graag horen hoe dit drietal bovennatuurlijke kracht kregen om de mishandeling te weerstaan. Hoe ze Jezus trouw bleven en hoe Jezus hen hielp te ontsnappen.
Maar dat is niet wat er gebeurde. Eerst was er één jongen die brak. Toen de tweede. En uiteindelijk gaf ook Neeraj toe. Ze hadden spijt dat ze Jezus volgden, zeiden ze. De menigte nam hen mee naar de plaatselijke tempel en daar moesten ze knielen voor een afgodsbeeld. Ze priesters goten urine van een koe over hen heen.
De koe is immers een heilig dier in het hindoeïsme en door haar urine word je weer gezuiverd.
Terwijl Neeraj zijn verhaal vertelde, keek hij naar mij. Maar hij zag mij niet. Hij was terug in die tempel. Hij zag het afgodsbeeld. Hij hoorde de mannen joelen. Hij rook de urine. Hij voelde weer die angst.
Ik keek opzij naar zijn vrouw van een jaar of 19. Ik wilde haar vragen hoe het voor haar was geweest toen haar man die nacht niet was thuisgekomen. Ze zat voorover gebogen, haar kin rustte op haar hand. En haar gezicht was afgewend. En op dat moment besefte ik: dit alles is nieuw voor jou. Hij heeft jou niet verteld wat hij heeft meegemaakt die nacht. Die nacht waarop hij Jezus verraadde. Jouw lieve man die zogenaamd vol vuur het evangelie zou verkondigen in India was Petrus geworden.
Het had niet als een verrassing mogen komen voor Neeraj. Want Jezus waarschuwt Zijn volgelingen keer op keer voor vervolging. Neem alleen maar de bergrede:
Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van Mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk beloond worden in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
Ik denk dat Neeraj niet zo gelukkig was toen ze hem die tempel in sleurden.
Jezus spreekt in de evangeliën zo veel over vervolging en toch had Neeraj dit niet zien aankomen. Neem alleen al Jezus’ afscheidstoespraak tijdens het laatste avondmaal.
Weet je wat Jezus aan het eind van die avond zei?
‘Dit alles heb Ik tegen jullie gezegd om te voorkomen dat jullie je geloof verliezen. Jullie zullen uit de synagoge gezet worden, en er komt zelfs een tijd dat iedereen die jullie doodt, meent daarmee God te dienen.’ (Johannes 16:1-2)
Dit alles heb ik gezegd om te voorkomen dat jullie je geloof verliezen. Wat heeft Jezus dan gezegd? Dat lees je in de vorige vier hoofdstukken in Johannes. Hij heeft de voeten van de discipelen gewassen en laten zien wat dienend leiderschap is.
Hij heeft verteld over vervolging en over de komst van de Heilige Geest die de discipelen zou bijstaan. Ook vergeleek Hij de Zijn volgelingen met wijnranken en zichzelf met de wijnstok. En daarna zegt Hij dus: ‘Dit alles heb ik jullie gezegd om te voorkomen dat jullie je geloof verliezen.’
Terug naar Neeraj. Ik zat op de goede stoel. Ik was degene die vragen stelde, die luisterde naar het verhaal. Ik was niet degene die Jezus had verraden. Maar wat zo’n verhaal met je doet, is dat je je toch gaat afvragen: wat had ik gedaan?
Ben ik wel voorbereid? Je kent mij niet zo goed, maar ik ben van nature best wel een driftig mannetje. Ik ben echt een vechter. Ik heb twintig jaar aan vechtsport gedaan. Ik ben inmiddels ook alweer 20 jaar gestopt, maar toch. Dat instinct om te gaan vechten, dat zit er wel in. Misschien zou ik me proberen te verdedigen, en terugschelden en terugslaan. Ik zou het waarschijnlijk alleen maar erger maken.
Ben ik mentaal sterk genoeg? Als ik nu al zie hoeveel zorgen ik me kan maken om kleine dingen, dan betwijfel ik het misschien.
Ben jij hiertegen bestand?
En hoe zit dat met jou? Laat je in je hoofd ook de film afspelen en bedenk je dan wat jij zou doen in Neeraj’ situatie? Wat mag je geloof je kosten? Stel dat je moet kiezen:
Waar trek je de grens? Wanneer is het genoeg? Wanneer kost het geloof je te veel? In Lucas 14 zegt Jezus tegen de mensen die Hem willen volgen: bereken eerst de kosten. Weet wat het je kan kosten. Ben je bereid om die prijs te betalen?
Als je jarenlang met vervolgde christenen hebt gewerkt, zoals ik, dan laten dit soort vragen je niet los. Altijd komen ze terug: welke prijs ben ik bereid om te betalen? Het probleem is: dat weet je pas als je voor de keuze staat. Je kunt niet nu al zeggen: dan reageer ik zo en zo.
Maar wat je wel kunt doen, is van Jezus leren over hoe je stand kunt houden. Hoe voorkom je nu dat je je geloof verliest?
Laat me drie lessen met je delen die belangrijk zijn als je je geloof niet wilt verliezen. Het zijn drie lessen die Neeraj niet kon toepassen. En dat neem ik hem niet kwalijk trouwens. Het is zo’n jonge vent. Hij werd compleet overvallen. Niemand had hem verteld dat dit zou gaan gebeuren. Hij was niet voorbereid.
Dat brengt ons direct bij de eerste les:
Als je erop gaat letten in de evangeliën, dan waarschuwt Jezus voortdurend voor tegenstand. Ik noemde al Matteüs 5: Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
Een paar hoofdstukken verder, Matteüs 10, zegt Jezus: ‘Bedenk wel, Ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang en argeloos als een duif.’
Een schaap is een tamelijk hulpeloos dier. Het kan zich niet verdedigen. Het kan alleen maar rennen, maar ze is niet erg snel. Ze is kansloos tegen een roedel wolven. Geen prettig beeld voor een christen. Een schaap is volkomen afhankelijk van de herder.
Toch moet je niet om de wolven heen lopen, zegt Jezus. Je moet scherpzinnig zijn als een slang. Dat betekent dat je je niets wijs moet laten maken door wat andere mensen zeggen. Je weet wat wolven zijn en wat ze kunnen doen.
Tegelijkertijd ben je zo argeloos als een duif. Hoewel je weet wat wolven zijn, begeef je je toch in hun midden en vertrouw je op God.
Ik kan nog veel meer voorbeelden aanhalen waarin de Bijbel zegt dat we waakzaam moeten zijn, maar laten we verder gaan naar het volgende punt.
Hoe voorkom je dat je geloof verliest? Door in Jezus te blijven. Voordat Jezus zei: ‘Dit alles heb ik jullie gezegd om te voorkomen dat jullie je geloof verliezen’, vertelt Jezus over de wijnstok en de wijnranken. ‘Ik ben de ware wijnstok. Blijf in Mij, dan blijf ik in jullie.’
Jezus is de stok, wij zijn de ranken. De rank haalt zijn stevigheid uit de stok. Zijn voeding komt uit de stok. Als de rank afgebroken wordt, sterft hij. Zolang de rank is geënt op de stok, leeft hij.
Hoe blijf je in Jezus? Door je volledig aan Hem over te geven. Geen mitsen en maaren, geen voorwaarden, geen kleine regeltjes, maar een volmondig ‘ja’.
Ik sprak de zoon van een Iraanse voorganger. Zijn vader was ontvoerd door de geheime dienst en vermoord met messteken. Hij vertelde me dat zijn vader had gezegd dat iedere christen twee vleugels had. De ene is bidden, de ander is Bijbellezen. Door te bidden en door Bijbellezen te lezen maak je contact met God. Je voedt je met Hem.
Oftewel: je blijft in Hem.
Hoe voorkom je dat je geloof verliest? Door je vast te houden aan de vreugde die voor je in het verschiet ligt.
Er was een Noord-Koreaanse christen die wist dat ze zou sterven in de gevangenis. Ze gaf het weinige wat ze had aan een mede-gevangene. Ze zei: ‘Waar ik heen ga, heb ik dit niet meer nodig’.
Ze was gemarteld. Ze was uitgehongerd. Ze was ziek. Ze zou een lichtere straf krijgen als ze zou aangeven dat ze geen christen meer wilde zijn. Maar ze deed het niet. Ze hield vol tot het einde. Ik heb me vaak afgevraagd hoe ze dit verschrikkelijke lijden kon volhouden. Het antwoord staat echter gewoon in de Bijbel. Ze kon het volhouden om dezelfde reden dat Jezus het lijden aan het kruis kon volhouden.
Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: met de vreugde voor ogen die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij het kruis verdragen en de schande ervan aanvaard, en heeft Hij zijn plaats ingenomen aan de rechterzijde van de troon van God. – Hebreeën 12:2
Vreugde is het geheime wapen van iedere christen. Vreugde is iets anders dan oppervlakkige blijdschap. Vreugde is ook niet hetzelfde als jezelf goed en vrolijk voelen. Het is geen emotie van het moment.
Bijbelse vreugde is: weten dat je verlost bent. Weten dat Jezus bij je is, zelfs als je Hem niet ervaart. Weten waar je naartoe gaat als je sterft.
Ze kunnen je slaan, ze kunnen ze je doden, ze kunnen alles van je afpakken, maar Bijbelse vreugde is onverwoestbaar. Je kunt het niet stelen. Je kunt het niet bedekken. Je kunt het niet doven.
Zelfs in je grootste verdriet, kan het vuur van Gods vreugde in je hart branden. Het is dankzij deze vreugde dat Jezus het kruis kon verdragen. Het is deze vreugde die voorkomt dat wij ons geloof verliezen.
Maar hoe zit het dan met Neeraj? Hij had Christus verraden. Hij was niet voorbereid. Hij was niet in Jezus gebleven. Hij had niet de vreugde van de verlossing ervaren.
Nadat hij zijn verhaal had gedaan, keek ik hem aan en zei ik: ‘Ik wil graag met je bidden, maar eerst wil ik wat lezen’.
Ik pakte mijn Bijbel erbij en opende het boek bij Micha 7. Hier staat:
Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.
Jij die me haat, maak je niet vrolijk over mij.
Al ben ik gevallen, ik sta op,
al is het donker om mij heen, de HEER is mijn licht.
De toorn van de HEER zal ik dragen – ik weet, ik heb tegen Hem gezondigd – tot Hij mijn zaak heeft verdedigd, mij recht heeft verschaft.
Hij zal me naar het licht voeren en ik zal zijn gerechtigheid aanschouwen. Zij die me haat zal het zien en beschaamd zijn, zij die me vroeg: ‘Waar is Hij dan, de HEER, je God?’
Is er een weg terug voor Neeraj? Ja, die is er. Ik mocht hem bemoedigen met deze tekst dat je kunt opstaan als je bent gevallen. Neeraj was misschien niet voorbereid op wat hem zou overkomen. Maar dit zou hem geen tweede keer gebeuren.
Ik zei al dat Neeraj als Petrus was geworden. Wat deed Jezus met Petrus? Jezus hielp Petrus weer opstaan na zijn verraad. ‘Heb je Mij lief, Petrus?’, vroeg Jezus driemaal. Petrus zei: ‘U weet het, Heer’.
‘Hoed Mijn schapen’, zei Jezus. Niet: ‘Ga je schamen’. ‘Hoed Mijn schapen.’
Wees nooit bang voor vervolging. Wees waakzaam.
Blijf in Jezus, dan blijft Hij in jou.
Hou je vast aan de vreugde die voor jou in het verschiet ligt en weet dat Jezus bij je is. Genadig. Liefdevol. Krachtig.
Binnenkort breng ik een roman uit dat gaat over de vraag ‘Wat als christenvervolging toeslaat in Nederland?’ Hierin maakt de Nederlandse kerk door wat de Indiase kerk heeft meegemaakt. Het boek heet ‘Het verboden boek’. Hier zit een aantal extra’s bij die ons kunnen helpen waakzaam te zijn en lessen te leren van de vervolgde kerk.
Echt fijn om ook de verhalen van andere christenen te lezen, ook van vervolgde christenen zoals in India, ik bid ook altijd voor vervolgde christenen,maar als je dit soort verhalen leest besef je des te meer dat je met meer gedrevenheid voor de vervolgde kerk zou moeten bidden. Dank voor het delen.
Goedemorgen Jan,
Hoe kan je deze tekst van je blogs evt. opslaan en printen.
Ik vind stukken uitleg zo inspirerend en goed uitgelegd dat ik dat graag in mijn stille tijd/dagboek wil plakken voor dagelijkse bemoediging enz.en heb eigenlijk geen zin om alles te gaan overschrijven, maar kopiëren wil die vaak niet i.v.m lange tekst, is er een andere oplossing dan in gedeelten kopiëren en in word plakken?
Met vriendelijke groet,
Diana Hommersom
Ik heb je de tekst zojuist gemaild!
Vervolging, is iets afschuwelijks! Jezus werd ook vervolgd en zei ons dat wij ook vervolgd zouden gaan worden. Dit hoeft echter niet altijd in een heel land zijn maar kan ook binnen de familie plaats vinden. Toen ik 50 jr. geleden tot geloof kwam was ik bij me ouders en verdere gezinsleden niet meer welkom. Ik weet dat dit veel vaker gebeurd vooral binnen de Moslim wereld ze kunnen er zelf om gedood worden enkel en alleen omdat ze geloven dat Jezus hun Verlosser is.
Ik hoop van harte dat Neerjah zijn Verlosser opnieuw heeft gevonden en steeds beter heeft leren kennen. Neerjah, in Christus houden we van je, zie omhoog waarvan je hulp zal komen. Ik wens je heel veel sterkte en kracht in de Heere toe.