Kun je je verlossing kwijtraken?
Bemoediging en een antwoord op moeilijke teksten
Bemoediging en een antwoord op moeilijke teksten
Als ik in bed lig en ik bevind me in dat stadium tussen waken en slapen, schrik ik plotseling. De nare gedachte komt zo vlug op dat ik hem niet kan stoppen. Mijn hart slaat een slag over. Het duurt slechts een kort moment, maar ik ben dan zo bang. Die gedachte is slechts één zinnetje, maar het is genoeg:
Wat als ik niet gered ben?
Ja, ik ben bang om van God afgesneden te worden, tot in eeuwigheid. En terecht. Toen Jezus in de tuin van Getsemané bad kort voor Zijn arrestatie, zweette hij bloed. Vreesde Hij de martelingen en die gruwelijke dood aan het kruis?
Absoluut niet. Na Jezus zijn talloze christenen op verschrikkelijke manieren aan hun einde gekomen vanwege het volgen van Hem en dat deden ze zonder een spoortje angst. Waarom zou Jezus dan wel zo bang zijn geweest?
Jezus vroeg aan God niet of deze Hem wilde redden van het kruis. Hij vroeg of Zijn Vader de beker aan Hem voorbij wilde laten gaan. Die beker is de beker met Gods toorn, ofwel Gods straf voor de zonden van de mens.
Jezus moest die beker leegdrinken, zodat wij daar niet van hoeven te proeven.
Toen Jezus de volgende ochtend aan het kruis hing, werd het opeens donker. Drie uur lang. Jezus riep het uit: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Dat was de ultieme straf. Dat de Zoon zonder de Vader was. In die drie uur dronk Jezus de beker leeg.
Dus mijn angst is reëel. Ik wil God niet kwijtraken. Ik wil voor altijd bij Hem zijn. En dat kan ook, want Jezus dronk Gods toorn, zodat ik dat niet hoef. (En jij ook niet.)
Ik denk dat het is omdat ik fouten maak. Ik bega nog steeds zonden. Mijn geestelijke groei gaat langzamer dan ik zou willen. Soms lijkt het alsof ik eerder afglijd dan dat ik groei. Er zijn veel uitdagingen in mijn leven, waardoor ik mijn relatie met God niet onderhoud zoals ik dat zou willen.
En dan is er de geestelijke strijd. De wereld (de samenleving) wil dat ik bepaalde keuzes maak die niet overeenkomen met wat de Bijbel leert. Mijn gedachten en gevoelens zijn niet altijd even christelijk. En dan is er nog de duivel, die altijd op mijn zwakste moment (tussen waken en slapen blijkbaar) zijn vurige pijlen op me afschiet.
Je bent het niet waard.
Je doet net alsof. Je bent geen echte christen.
Iedereen gaat naar de hemel, behalve jij.
Probeer eerst maar eens goed te leven. Misschien accepteert Christus je dan.
Tegen dit soort aanvallen heb je de geestelijke wapenrusting nodig (Efeze 6). Daar ga ik een andere keer misschien op in, maar één van de belangrijkste wapens die we hebben gekregen, is de waarheid. Die vinden we in Gods Woord.
Wat zegt de Bijbel over het verliezen van je verlossing? Kan dat eigenlijk?
Eén van de belangrijkste bijbelverzen om deze vraag te beantwoorden, is Johannes 5:24:
Waarachtig, Ik verzeker u: wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven.
Hier zegt Jezus dus heel simpel: ‘Luister naar Mij en geloof God’. Meer is er niet nodig om eeuwig leven te hebben. Er is geen oordeel voor jou als je gelooft.
Je bent van de dood overgegaan naar het leven. Ofwel: je was dood en je bent levend.
‘Je hebt eeuwig leven’, zegt Jezus dan ook. Eeuwig wil zeggen: voor altijd! Dus niet tijdelijk.
Gelukkig wel.
Romeinen 8:28 benadrukt dat NIETS ons kan scheiden van de liefde van Christus.
Johannes 6:37 leert ons dat wij door God aan Jezus worden gegeven en dat wie bij Hem komt, niet zal worden weggestuurd.
In Johannes 10 staat het bekende verhaal van de Herder (Jezus) en de schapen (wij). Jezus zegt dat Hij eeuwig leven schenkt en dat niemand ons kan roven uit Zijn hand hand.
En Judas 1:24 zegt dat God de macht heeft om ons voor struikelen te behoeden en dat Hij ons door Jezus Christus redt.
En zo zijn er nog wel meer. De Bijbel laat zien dat iedereen die in Jezus gelooft gered is (Johannes 3:16).
‘Kijk!’
Er was eens een jonge man in het Engeland van de 19e eeuw. Hij was depressief en liep op een zondagochtend buiten in een sneeuwstorm. Hij zag een klein methodistenkerkje en ging naar binnen. Er waren bijna geen mensen en de dominee kwam niet opdagen.
Dus stond een man op om op te preken uit het boek Numeri. Het ging over de slangenplaag die God stuurde naar het volk Israël nadat ze weer eens opstandig waren geweest.
Om de mensen te redden moest Mozes een koperen / bronzen slang maken en deze aan een paal hangen. Iedereen die was gebeten en naar de slang keek, zou worden gered.
In Johannes 3 vergelijkt Jezus zichzelf met deze slang.
De stand-in dominee keek plotseling naar de jonge man. ‘Jij ziet er slecht uit!’, riep hij vanaf de kansel. ‘Je moet naar Jezus kijken! Dat is alles! Kijk naar Jezus!’
En op dat moment zag deze jonge man het licht. Alle schuld en alle last viel van hem af. Zo simpel was het dus. Om vergeven te worden, hoefde hij alleen maar te kijken naar degene die had betaald voor zijn schuld.
De name van deze jonge man was Charles Spurgeon en hij is één van de meest invloedrijke predikanten ter wereld geworden.
Neem bijvoorbeeld deze tekst uit Hebreeën 6:
Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, wie het weldadig woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.
Bij het lezen van de Bijbel moet je je altijd afvragen: tegen wie heeft de schrijver het? In dit geval spreekt de schrijver namelijk tegen gelovigen, maar hij praat hier over ongelovigen!
Het gaat hier over mensen die misschien wel trouw naar de kerk gingen, die meededen aan het avondmaal, die zagen wat voor werk de Heilige Geest deed etc., maar vervolgens toch besloten een andere kant op te gaan. Zij lopen het risico hun verlossing kwijt te raken, als ze niet tot inkeer komen.
Johannes heeft het hier in zijn eerste brief ook over, als hij (vrij vertaald) zegt dat er ‘mensen zijn uit ons midden die ons verlaten hebben. Zij waren vanaf het begin geen echte gelovigen’.
Dit soort teksten gaan dus niet over mensen die oprecht gelovig zijn.
De Bijbel heeft het over mensen die uitverkoren zijn om tot Gods kinderen te behoren. Dit is een heel lastig item. Een waar ik mee worstel en vele anderen ook, zowel vroeger als nu. De uitverkiezingsleer heeft veel kapot gemaakt.
En toch geloof ik dat wat de Bijbel zegt waar is. Er is dus zoiets als uitverkiezing. Maar wat betekent dat? Dat God willekeurig mensen uitkiest, zo van: ‘Die wel, die niet’?
In geen geval. Als dat zo was, zou Jezus nooit mensen oproepen om Hem te volgen. Hij zou ons ook niet hoeven leren wat het betekent om Hem te volgen. En Hij zou nooit de opdracht hebben gegeven om de wijde wereld in te trekken en mensen over Hem te vertellen.
Dat is allemaal niet nodig als al vaststaat wie gered zijn en wie niet.
Maar God staat wel buiten de tijd. Hij weet al hoe ons hele leven er uitziet en welke keuzes we uiteindelijk maken. Hij openbaart zich aan iedereen en iedereen kan voor Hem kiezen. Zijn oproep om bij Hem te rusten, geldt voor iedereen, ongeacht hoe groot je zonde is.
Ik heb niet alle antwoorden op vragen over uitverkiezing. Het is één van die onderwerpen waarbij ik zeg: ik richt me op wat ik wel begrijp, niet op wat ik niet begrijp.
Maar als geloof het enige is wat nodig is om behouden te worden, dan dringt zich de vraag op: heb ik wel genoeg geloof? Hoe weet ik of ik genoeg heb?
Ook daar geeft de Bijbel antwoord op. In de eerste brief van Johannes vinden we 11 vragen die je kunt gebruiken om je geloof te testen. Daar lees je hier meer over.
Voor nu: laten we God danken dat we onze redding nooit, maar dan ook nooit kunnen kwijtraken. We zijn schapen in Zijn kudde en als we afdwalen, dan is de Herder altijd dichtbij om ons terug te brengen. We kunnen Hem niet kwijtraken.
Met deze waarheid als wapen kunnen we de geestelijke strijd aangaan.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!